Veranderen van binnenuit, transformatief veranderen, duurzaam veranderen. Wat betekenen die termen eigenlijk? Transformatie heeft te maken met dingen anders zien. Zolang mensen het niet zien en het niet voelen krijg je geen verandering van binnen. Dus als je echt verandering wilt die duurzaam is, dan moet het van binnen naar buiten gaan. Dat proces vergt dat er vertrouwen is en dat mensen kwetsbaar mogen zijn. Frustratie is een belangrijk signaal. Als mensen over frustraties kunnen praten, komt er heel veel energie vrij. Het anders willen, maar de ruimte er niet voor krijgen.
Dus verandering heeft altijd tijd en meerdere prikkels nodig. Zelfs al snap ik de verandering die wordt gevraagd van mij en ben ik het er mee eens, dan nog kan ik weerstand voelen. Dat komt vanuit de richting waar de verandering vandaan komt. ‘Wil ik het echt zelf en ben ik er zelf mee begonnen’ of ‘moet ik het van anderen’. Het gevoel van moeten ontstaat bij alles waar ik niet zelf om gevraagd heb en schakelt de ratio uit. Hoe logisch het ook is en hoe vaak het ook aan mij uitgelegd wordt, ik krijg toch een vervelend gevoel als anderen invloed op mij willen uitoefenen. De simpele reden hiervoor is dat de autonomie, het recht van eigen keuze, de invloed en de vrijheid van iemand aangetast wordt.
Bij organisaties komen vaak de meeste veranderingen van buitenaf en van anderen en niet van de mensen zelf. Dus accepteer dat er weerstand komt. Belangrijk is om de mensen niet te blijven proberen te overtuigen en alsmaar de voordelen uit te leggen. Juist zo snel mogelijk de voordelen laten ervaren. Want als iemand een voordeel ervaart veroorzaakt dit een positief gevoel, verandert zijn of haar houding en creëer je alsnog ‘het willen’.
Transformatie betekent eerst zelf doen en ervaren, daarna pas uitrollen in de organisatie. Begin met de leiding, zodat zij het eerst zelf leven. Als wat de leiding vertelt bij de leiding te zien is, dan pas verkondigen in de organisatie. Geef elkaar feedback in de management laag, vraag je steeds af: ‘zijn we wel aan het doen wat we straks aan de anderen gaan vragen?’